« Les Frères Guissé » (Cheikh, Djiby, Aliou) tirent la force, la richesse et la beauté de leur musique d’un ancrage aux confluents de plusieurs traditions culturelles du Sénégal et de l’Ouest africain. Originaires de la région historique du Fouta, au Nord du Sénégal, ils sont avant tout le don de ce Fleuve qui charrie d’un riche héritage musical. C’est qu’ici, la musique est liée à la vie des gens, à l’histoire, à l’économie, en somme à la société dans ses dimensions mystiques et symboliques. C’est une forme d’expression des divers groupes sociaux qui forment le tissu communautaire: le Pekaan, un genre musical unique en son genre qui conte et raconte l’histoire épique des pêcheurs-soubalbé où le mythe au fond des eaux organise le quotidien des hommes; le Goumbala est le chant incantatoire des chasseurs-ceddo qui exalte le courage et l’idéal héroïque; le Dilleré est la musique des Tisserands-Maboubé qui se déroule sous le mode déclamatoire; le Yeela est l’hymne des Griots-Awloube, maîtres de la parole et historiens du présent et des passés; le Rippo est transversal aux groupes sociaux, elle est la musique des jeunes du village la nuit, lorsque le clair de Lune berce le repos des paysans, dans la solitude et la nostalgie lorsque l’être aimé tarde à venir, dans la tristesse lorsque la mort frappe…

Cette diversité constitue un terreau, la gélatine nourricière qui donne aux « Frères Guissé » les moyens d’une inspiration toujours renouvelée et enrichie par des structures et sonorités de la musique universelle.


DISCOGRAPHIE

Sire (cd)
Fouta (cassette)
Ndeye (cassette)
Les Lions de l’Afrique(cassette)
Fouta (cd)

The group comprises the Guissé brothers: Alioune, Djiby and Cheikh, who come from the Fouta in Northern Senegal (in the Matam region, along the Senegal River). They compose mainly in their native language Pulaar and in Wolof. Their music has its roots in several different Senegalese and West African cultures. In this Peulh cultural community, where the caste system still exists, each socio-economic group has its own musical identity: a distinct style, structure and dance. For example, Pekaan, the music of the fishermen caste, tells the epic story of Soubalbé fishermen according to whose myth at the bottom of the sea organizes man’s everyday life. Gambalaa, the music of the hunters, is incantation as a song – that of the Ceddo hunters, which exalts courage and the heroic ideal. Dillere is the music of the Maboubé weavers, Yela that of the Awloube griots, the master wordsmiths, while Rippoo, a genre which crosses the boundaries of social groups, is, among other things, music for young girls. The group thus draws inspiration from the fertile fabric of this society, a fabric rewoven to reveal both mystical and symbolic dimensions.
Les Frères Guissé have established a new kind of Senegalese music, one that is a long way from mbalax. It is essentially acoustic and enhanced by the sounds of world music, with the emphasis on harmonics.
« Our music is not intended for any people or age group in particular. It is music for all men and women of all races: like a river, its destiny is not to turn in on its ethnic circle, but instead to dive into the ocean of world music, and take on an identity that is open to others. It is the manatee that never forgets the sea… ».
In their sincere approach to music, their efforts to demonstrate the diversity of Senegalese rhythms, the Frères Guissé have shown both consistency and determination.


Les Frères Guissé uit Senegal (trio met de 3 broers Djibi en Cheik Guissé- zang en gitaar en Aliou Guissé -percussie, oorspronkelijk uit de Fouta Tooro omgeving in het noorden van Senegal, die in verschillende West Afrikaanse talen zingen maar voornamelijk in hun eigen taal: Pulaar. Hun muziek is West Afrikaanse folkmuziek – zelf zeggen ze universal music for all ages and races – en vooral gebaseerd op de diverse ritmes van de Toucouleur, (een volk dat vnl. in het noorden van Senegal en Mauretanie leeft, waar o.a. Baaba Maal en Mansour Seck ook vandaan komen).

Samen met het Nederlandse, sinds 1982 bestaande Paul van Kemenade Quintet plus met op piano-Jeroen van Vliet, Wiro Mahieu-contrabas, Pieter Bast-slagwerk, sinds 2002 trombonist Louk Boudesteijn en altsaxofonist Van Kemenade (Boy Edgar prijs’99/00), verzorgt Les Frères Guissé een toernee in de periode 23 mei a.s. t/m 15 juni (laatste concert is op festival Mundial). extra gast tijdens het toernee : violist Herman van Haaren.

Na vele projecten die het quintet met andere muziekdisciplines gedaan heeft (zoals met een popgroep, een harmonie-orkest, het Euregio Jeugd Symfonie Orkest, het Brabants Orkest, schoolconcerten ihkv. CKV, met diverse gastmusici, verschillende projecten met Zuid- Afrikaanse musici), nu dan een samenwerking met dit fantastische WestAfrikaanse trio. Een Afrikaanse toernee in 3-4 landen gaat de tweede helft van november 2003 van start.

Deze samenwerking is in mei 2002 tot stand gekomen toen het Quintet een toernee door Senegal maakte. Er is destijds vanuit de Nederlandse Ambassade in Dakar een gezamenlijk concert met Les Frères Guissé en het Quintet op Gorée Island (bij Dakar) georganiseerd en deze muzikale ontmoeting smaakte naar veel meer. Het quintet heeft daarom het trio voor een aantal concerten in Nederland in december 2002 uitgenodigd. Deze samenwerking was een groot succes zowel bij de musici als bij het publiek en besloten is om in mei/juni (2003) a.s. een uitgebreide toernee te realiseren.